WIE IS DE EIGENAAR VAN MADONNA MET KIND?

Internationaal geschil over eigendom kunstwerk

Op een Nederlandse kunstbeurs wordt een kunstwerk getiteld “La Madonna delle Candelabre” van de hand van Antonio Rossellino aangeboden. De verkoper is een Italiaanse kunsthandelaar. Op enig moment verschijnt de deurwaarder en die legt beslag op het kunstwerk namens een Amerikaanse investeringsmaatschappij. Laatstgenoemde (die investeert in renaissance-kunst) stelt dat het kunstwerk haar eigendom is en dat het ergens in 2006 is gestolen. Zij verwijt de Italiaanse handelaar onrechtmatig handelen door het kunstwerk te koop aan te bieden.

Het geschil mondt uit in een procedure bij de Rechtbank Limburg die op 25 mei 2014 vonnis wijst (ECLI:NL:RBLIM:2014:4725).

De Amerikaanse investeringsmaatschappij vordert schadevergoeding in de vorm van teruggave van het kunstwerk. Zij stelt zich op het standpunt dat het kunstwerk in New York is gestolen en dat zij naar het recht van New York nog steeds eigenaar is. Aanvankelijk had de Amerikaanse investeringsmaatschappij gewoon schadevergoeding gevorderd: geld dus. Maar later heeft zij haar eis gewijzigd.

De Italiaanse handelaar stelt zich op het standpunt dat hij het kunstwerk heeft gekocht en dat hij naar Italiaans recht rechtsgeldig eigenaar is geworden.

De Nederlandse rechter moet zich dus over een gecompliceerd, internationaal geschil uitlaten. De eerste vraag is natuurlijk naar welk recht het geschil moet worden beoordeeld. Die vraag moet (in Nederland) worden beoordeeld naar Nederlands internationaal privaatrecht (IPR). Van belang is om eerst vast te stellen om welke rechtsverhouding het nu eigenlijk gaat: om een “onrechtmatige daad”, zoals gesteld door de New Yorkse investeringsmaatschappij, of om het leerstuk “verkrijging en verlies van eigendom van roerende zaken”, zoals door de Italiaanse handelaar gesteld.

De Rechtbank overweegt dat het recht inzake onrechtmatige daad niet geschikt is om de vraag te beantwoorden of het te handhaven eigendomsrecht daadwerkelijk bestaat. Die vraag (wie is eigenaar?) dient te worden beantwoord door de toepassing van het goederenrecht, meer in het bijzonder het recht dat betrekking heeft op verkrijging en verlies van de eigendom van roerende zaken.

De rechtbank constateert vervolgens dat Nederland geen partij is bij een verdrag dat een verwijzingsregel bevat voor de verwijzingscategorie “(verkrijging en verlies van) eigendom van roerende zaken”. Derhalve dient te worden teruggevallen op het Nederlandse recht. De Rechtbank vervolgt:

In dit geval is, gelet op de wijze waarop [de Italiaanse handelaar] stelt de eigendom van het kunstwerk te hebben verkregen, in het bijzonder relevant de verwijzingsregel in artikel 10:131 BW, die qua inhoud overeenstemt met de verwijzingsregel in artikel 6 van de (tot 1 januari 2012 van kracht zijnde) Wet conflictenrecht goederenrecht. Daaruit volgt dat de rechtsgevolgen van de verkrijging van een zaak van een beschikkingsonbevoegde worden beheerst door het recht van de staat op welks grondgebied de zaak zich ten tijde van die verkrijging bevond. Dit leidt ertoe dat de werking van het recht van de eerste ligging – dit is het recht van de plaats waar de oorspronkelijke eigenaar de eigendom heeft verkregen, te weten het recht van de staat New York – wordt opzijgezet indien volgens het recht van de tweede ligging – dit is het recht van de plaats waar een bezitter stelt eigendom te hebben verkregen, te weten het recht van Italië – door die bezitter eigendom is verkregen.

Met andere woorden: ook al heeft de Amerikaanse investeringsmaatschappij de eigendom van het kunstwerk naar het recht van New York verkregen en ook al is het kunstwerk daarna in New York gestolen, of iemand anders inmiddels (te goeder trouw) eigenaar is geworden moet worden beantwoord naar het recht van het land waar het kunstwerk zich bevond toen die ander het kocht. In dit geval dus Italië.

De Rechtbank kijkt vervolgens naar de concrete feiten en omstandigheden waaronder de handelaar het kunstwerk heeft gekocht en oordeelt vervolgens, op basis van het toepasselijke Italiaanse recht, dat de handelaar te goeder trouw eigenaar is geworden. De vorderingen van de Amerikaanse investeringsmaatschappij worden afgewezen, in hoofdzaak omdat zij niet in staat was aan te tonen dat de handelaar bij de aankoop van het kunstwerk te kwader trouw was. Wellicht komt er nog een hoger beroep en wisselen “Madonna met kind” wederom van eigenaar.

Karel Frielink
(advocaat)

(7 juni 2014)

.

Ps
Onder de titel “De regelen der Kunst” zijn in 1989, 2003 en 2007 boekjes uitgegeven door Russell Advocaten, waarin de verschillende aspecten van “kunst en recht” worden belicht.
.

Comments are closed.