GEBRUIK FOTO LEVERT INBREUK AUTEURSRECHT OP

Vergoeding wegens inbreuk toegekend

Een popgroep in Nederland legt zich toe op rapmuziek en maakt een videoclip. Deze videoclip is op YouTube geplaatst. Gedurende 10 tot 12 seconden is op de achtergrond een foto te zien. Het is een foto van een fotomodel “afgebeeld in een lange witte jurk met witte bloemen in het haar, van opzij genomen, een hand in de zij, hoofd schuin omhoog en schuin de fotograaf aankijkend, tegen een achtergrond van heesters”. De foto is met instemming en medeweten van het fotomodel gebruikt. De videoclip is 220.000 keer bekeken.

Op 20 december 2011 heeft een beroepsfotografe, die de bewuste foto als onderdeel van een serie heeft gemaakt, een e-mail aan de popgroep gestuurd en haar bezwaren kenbaar gemaakt. Zij stelt dat zij geen toestemming voor het gebruik van de foto heeft gegeven, omschrijft welke arbeid zij in het maken van de foto heeft gestoken, stelt dat in de videoclip het origineel is aangetast, stelt dat er inbreuk is gemaakt op haar auteurs- en persoonlijkheidsrecht, verlangt een voorstel over hoe de popgroep dit denkt te regelen, eist onmiddellijke staking van de videoclip, en wijst erop dat zij een bepaalde stijl nastreeft die niet strookt met die van de popgroep.

De popgroep voldoet niet aan haar eisen en via haar advocaat vordert zij € 5.000. De popgroep reageert daarop met een toezegging tot naamsvermelding op YouTube en een aanbod om een fotoshootopdracht ter waarde van € 350,– te geven. Partijen komen niet tot overeenstemming en de beroepsfotografe spant een rechtszaak aan. Zij vordert

  • een verklaring voor recht dat de popgroep met de openbaarmaking / verveelvoudiging van de foto inbreuk maakt op haar auteurs- en persoonlijkheidsrechten, de popgroep te gebieden zich te onthouden van iedere directe en indirecte inbreuk, het openbaar maken en/of verveelvoudigen te staken en gestaakt te houden;
  • een verklaring voor recht dat de popgroep en een zekere NK (een medewerker van de popgroep) hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door de beroepsfotografe geleden en nog te lijden schade als gevolg van de inbreuk op de auteurs- en persoonlijkheidsrechten en de popgroep en NK hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de door haar geleden c.q. te lijden schade, 
  • een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom.

De beroepsfotografe heeft haar schade begroot op een bedrag van € 5.000,– aan vermogensschade en eenzelfde bedrag, althans een bedrag van € 2.500,– aan reputatieschade.

Er wordt door de popgroep in eerste aanleg wat ongelukkig geprocedeerd: er wordt een niet-ondertekend verweer ingediend, en dat wordt dan ook buiten beschouwing gelaten. De kantonrechter constateert daarom dat de vordering in rechte niet is weersproken en heeft de vorderingen, behalve de ook gevorderde imagoschade (nu deze onvoldoende was onderbouwd), toegewezen, met matiging van de gevorderde dwangsom tot € 1.000,– per dag met een maximum van € 15.000,–. De popgroep en NK zijn in hoger beroep gegaan.

Het Gerechtshof heeft op 11 februari 2014 (ECLI:NL:GHSHE:2014:284) een tussenarrest gewezen en op 29 juli 2014 (ECLI:NL:GHSHE:2014:2524) een eindarrest. In de kern kwamen de volgende onderwerpen aan de orde.

De beroepsfotografe stelde zich op het standpunt dat het om een auteursrechtelijk beschermd werk gaat, hetgeen door de popgroep werd betwist. De drempel om als auteursrechtelijk werk beschermd te worden is laag. Elke bewust genomen foto houdt keuzes in ten aanzien van belichtingssnelheid, diafragma, scherpstelling, scherptediepte, afstand, lichtinval, kadrering, compositie, achtergrond en wat dies meer zij. De mate van artistieke waardering speelt daarbij geen rol. De foto is onmiskenbaar een auteursrechtelijk beschermd werk, aldus het Gerechtshof.

De popgroep had gesteld dat het fotomodel wezenlijke invloed heeft gehad op het soort foto’s dat was gemaakt. Ook als van een substantiële inbreng van het fotomodel sprake zou zijn geweest bij het maken van de foto, dan zou dat volgens het Gerechtshof hooguit tot gevolg kunnen hebben dat zij als medemaakster kan gelden. Hoe dan ook had aan de beroepsfotografe toestemming moeten worden gevraagd voor openbaarmaking / verveelvoudiging van de foto. Dat is niet gebeurd en dus staat de inbreuk op het auteursrecht vast. De foto was immers te zien in het op YouTube geplaatste filmpje. Rekening houdende met in het arrest besproken factoren acht het Gerechtshof een vergoeding wegens schending van het auteursrecht tot een bedrag van € 1.000,– op zijn plaats.

Aan het fotomodel kwam het portretrecht toe. Dat recht houdt in dat zij zich onder omstandigheden tegen openbaarmaking kan verzetten. Dat recht houdt echter niet in dat zij, met voorbijgaan aan het auteursrecht van de maakster, toestemming tot openbaarmaking kan verlenen. De toestemming van het fotomodel aan de popgroep houdt dus niet meer in dan dat zij zich niet uit hoofde van haar portretrecht tegen openbaarmaking zou verzetten.

De beroepsfotografe had ook gesteld dat haar persoonlijkheidsrecht is aangetast doordat de foto is bewerkt, omdat daarvan een andere uitsnede is getoond en de foto deels is afgedekt door andere foto’s, en omdat haar naam niet was vermeld. Zij stelde ook dat zij met haar foto’s een romantische en ingetogen sfeer wilde scheppen en dat haar persoonlijkheidsrecht ook is aangetast doordat de foto is gebruikt in een erotische setting die in de clip van de popgroep wordt opgeroepen, en dat die setting niet strookt met het onschuldige en romantische imago dat zij met haar werk poogt te creëren en te onderhouden.

Het Gerechtshof oordeelt dat onvoldoende aannemelijk is dat er sprake is van enige schade door het toepassen van een deels andere uitsnede en door het achterwege laten van de naamsvermelding, maar dat er wel sprake is van inbreuk op de persoonlijkheidsrechten door het gebruik van de foto in een setting waarmee de beroepsfotografe om haar moverende redenen niet wenst te worden geassocieerd. Het Gerechtshof oordeelt voorts dat de popgroep aansprakelijk is voor de daardoor door de beroepsfotografe geleden schade. Omdat de popgroep geen voldoende gemotiveerd verweer heeft gevoerd tegen het in dat verband gevorderde bedrag van € 2.500,– (exclusief 100 % verhoging), acht het Gerechtshof dat bedrag toewijsbaar.

Het vonnis in eerste aanleg wordt door het Gerechtshof deels vernietigd. De eerder afgewezen vordering groot € 2.500,– ter zake van inbreuk op persoonlijkheidsrechten wordt alsnog toegewezen. De door de eerste rechter toegewezen vordering wegens schade bestaande in inbreuk op het materiële gedeelte van het auteursrecht wordt echter grotendeels afgewezen; van het gevorderde en door de eerste rechter toegewezen bedrag groot € 5.000,– heeft het Gerechtshof slechts € 1.000,– toegewezen.

Hoewel het arrest naar het recht van Nederland is gewezen, kennen wij ook in Curaçao en de andere Caribische delen van het Koninkrijk het auteursrecht en het portretrecht. Het auteursrecht houdt kort gezegd in, als we het over foto’s hebben, dat de fotograaf het recht heeft om zijn eigen foto’s openbaar te maken. Hij is immers de maker (de ‘auteur’) van die foto’s. Dat recht kan hij overdragen aan een ander, maar hij kan ook toestemming voor openbaarmaking geven, al dan niet tegen een vergoeding.

Als een fotograaf op straat foto’s maakt is de kans groot dat hij mensen fotografeert die daar helemaal niets van weten. Mag de fotograaf deze foto’s dan toch openbaar maken, bijvoorbeeld door ze op een website te zetten of in een filmpje te gebruiken dat hij op YouTube plaatst? In de meeste gevallen mag hij dat inderdaad. Degene die is gefotografeerd heeft weliswaar een portretrecht, het recht dus om zich tegen openbaarmaking te verzetten, maar hij kan van dat recht alleen maar gebruik maken als hij daarbij een redelijk belang heeft. De rechter moet, als hem om een verbod wordt gevraagd, een belangenafweging maken.

De fotograaf (dat kan een persfotograaf zijn) zal zich beroepen op vrijheid van meningsuiting (en in voorkomend geval op persvrijheid).

De gefotografeerde persoon kan bijvoorbeeld aanvoeren dat zijn privacy ernstig wordt geschonden, bijvoorbeeld omdat hij door de openbaarmaking belachelijk wordt gemaakt, of omdat de foto waar hij op staat wordt gebruikt voor een commerciële of politieke campagne (die voor hem mogelijk ook nog eens negatieve reacties oproept). Van een schending van de privacy zal eerder sprake zijn bij een gewone burger dan bij een bekende burger die toch al veel in de publiciteit is. Maar ook een bekende burger heeft natuurlijk recht op privacy. Zo zal ook een minister(-president) niet hoeven te accepteren dat zijn portret in een reclamecampagne wordt gebruikt.

Die bekende burger kan overigens ook een commercieel belang hebben: hij kan zo bekend of beroemd zijn dat zijn portret verzilverbaar is (dus geld waard is). Als zijn portret zomaar gebruikt zou kunnen worden valt er niets meer te verzilveren. Op die grond kan hij een verbod op openbaarmaking vragen. Wordt hem echter een redelijke vergoeding geboden, dan kan hij openbaarmaking niet langer op uitsluitend deze grond verhinderen.

Karel Frielink
(advocaat)

(2 augustus 2014)

.

Comments are closed.