HET BESTUUR VAN EEN RECHTSPERSOON

Het belang van de rechtspersoon moet worden gediend

De taakvervulling door een bestuurder van een (privaatrechtelijke) rechtspersoon is niet vrijblijvend. Op de bestuurder rust een inspanningsverplichting. In artikel 2:8 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (van Curaçao, St. Maarten en de BES-eilanden) is een belangrijke norm voor die taakvervulling vastgelegd:

Bij de vervulling van zijn taak richt het bestuur zich naar het belang van de rechtspersoon en, voor zover daarvan sprake is, de met deze verbonden onderneming.

Die norm geldt overigens ook in Aruba.

Er bestaat natuurlijk niet zoiets als ‘het’ belang van de rechtspersoon. Er is bijna altijd sprake van een veelvoud aan belangen, waarbij de bestuurder deze belangen voor zover die niet parallel lopen tegen elkaar moet afwegen. Bij belangen en belangengroepen moet je bijvoorbeeld denken aan werknemers, aan de kredietverschaffers, leveranciers en andere contractuele wederpartijen. Als het om de rechtspersoon zelf gaat kun je bijvoorbeeld denken aan zijn imago: een bank die milieuvriendelijk beleggen propageert zal niet zo gauw (ongestraft) geld kunnen steken in olieboringen in kwetsbare natuurgebieden.

Indien aan een rechtspersoon een onderneming is verbonden, wordt het vennootschapsbelang in de regel vooral bepaald door het bevorderen van het bestendige succes van de onderneming. Ik noem in dat verband het arrest van de Hoge Raad inzake Cancun (HR 4 april 2014, JOR 2014, 290 m.nt. De Haan inzake Invernostra vs Cancun).

De Hoge Raad heeft bepaald dat de aard en inhoud van het samenwerkingsverband in een joint venture-vennootschap waarin de aandeelhouders een gelijkwaardig aandeel hebben, kunnen meebrengen dat (ook) het vennootschapsbelang is gebaat bij continuering van evenwichtige verhoudingen tussen de aandeelhouders; dit kan betekenen dat de verhoudingen tussen de aandeelhouders niet verder mogen veranderen dan in het licht van de omstandigheden geboden is.

De verplichting van bestuurders van een joint venture-vennootschap om jegens de aandeelhouders de nodige zorgvuldigheid te betrachten, kan volgens de Hoge Raad een bijzondere zorgplicht meebrengen met betrekking tot de positie van een aandeelhouder wiens belang is verwaterd of (verder) dreigt te verwateren. Het bestuur van een rechtspersoon heeft bij de vervulling van zijn taak een eigen verantwoordelijkheid om zich te richten naar het belang van de rechtspersoon (en de eventueel daaraan verbonden onderneming), en dat is niet anders indien (bij een NV of BV) de aandeelhouders op grond van de machtsverhoudingen binnen de vennootschap feitelijke instructiemacht hebben.

Met andere woorden: het bestuur houdt een eigen verantwoordelijkheid en moet steeds een afweging maken of een instructie, gelet op alle af te wegen belangen, wel of niet kan worden opgevolgd (vgl. Hof Arnhem-Leeuwarden 11 augustus 2015, JOR 2015, 326 m.nt. Van Thiel inzake X vs mr. Gustenhoven q.q.).

Als een rechtspersoon onderdeel is van een concern kan ook het concernbelang een (soms belangrijke) rol spelen. Ook daar geldt dat het bestuur van elke concernvennootschap een eigen verantwoordelijkheid blijft houden.

Karel Frielink

(28 november 2015)
.

Comments are closed.